Evens maakt na 40 jaar zijn droomreis naar Haïti
Haïti 2025, Evens
Mijn naam is Evens Tuinstra Fanfan (rechts op de foto hieronder), geboren op Haïti, Cap Haïtien. In 1984 ben ik, op negen jarige leeftijd, via adoptie naar Nederland gekomen. Ik ben daarna, wegens persoonlijke omstandigheden, helaas nooit meer terug gegaan naar Haïti. Nu, na 40 jaar, heb ik eindelijk mijn droomreis kunnen maken, samen met Judy Aubrain.
Eindelijk was het zo ver, mijn reis. Op 3 februari vertrokken wij vanaf Schiphol voor een reis van 2 dagen. Onze eindbestemming was het noorden van Haïti, de stad Cap Haïtien. Over de stad vliegen en vervolgens landen op Cap Haïtien was al een heel emotionele ervaring. “Ik ben er bijna” zei ik tegen mijzelf. ik keek Judy aan en zei tegen hem: “Zanmi, we zijn er bijna”. Eenmaal geland voelde ik me helemaal blij. Het moment dat ik het vliegtuig uitstapte, gaf me een heel mooi gevoel. “Ik ben thuis”, dat is wat er door mij heen ging.
Wat betreft de temperatuur was het in eerste instantie heel heet, daarna viel het wel mee. Op het vliegveld stonden wij te wachten op onze chauffeur die ons naar ons hotel zouden brengen. De reis in de auto naar het hotel was al indrukwekkend, ik keek mijn ogen uit. Overal mensen op straat en veel verkeer. Iedereen was bezig om geld te verdienen om toch nog wat te kunnen eten die dag.
Het was al aardig laat in de middag toen wij bij het hotel aankwamen. In Haïti wordt het al vrij vroeg donker, om een uur of zes. We hebben ons aangemeld bij de receptie, waarna Judy en ik onze koffers naar onze kamer hebben gebracht. Later gingen we naar de eetzaal om nog wat te eten. Na het eten hebben we nog even gezeten om bij te komen van een lange reis. Die avond hebben we niet veel meer kunnen doen en zijn we vroeg op bed gegaan.
En het gevoel dat telkens door mij heen ging zei “ik ben op Haïti”, ik kon het bijna niet geloven. Zo'n mooi gevoel en ook het Creyools, wat je telkens om je heen hoort, was echt mooi om te horen. Ik verstond niet alles wat ze zeiden, maar ik was wel verbaasd dat ik er toch nog heel veel van begreep.
De eerste nacht heb ik goed geslapen. ‘s Ochtends vroeg hebben we ontbeten. Daarna werden we opgehaald door onze chauffeur voor een rondleiding door de stad. In het centrum is een groot park waar we zijn geweest en waar iedereen, met hun mobiele telefoon, onder de boom zat. We hebben ook de kathedraal bekeken. Die herkende ik nog van vroeger.
Toen ik in Haïti woonde kwam ik daar met mijn tante. Dat herinnerde ik me nog. Ik ben daar naar binnen geweest en heb even rond gekeken. Iedereen was aan het bidden, dat was heel mooi om te zien.
Daarna hebben we nog wat rond gelopen. Het was heel mooi om te zien hoe alles in beweging is. Mensen zijn druk bezig om te overleven. Je ziet ook mensen die aan het bedelen zijn. We hebben nog naar de straatnamen gekeken en kregen een boeiende uitleg over hoe dat in elkaar stak. Wat ik ook interessant vond was de uitleg over 18 november 1803, Batay Vetye. Een stukje over de geschiedenis. Dit stuk verleden is ook een deel van mij. En dat voelt voor mij heel bijzonder. Om hier nu te staan….., het doet wat met je.
Cap Haïtien is een levende stad. Overal zijn kraampjes en mensen die, al lopend, spulletjes aan het verkopen zijn. Op elk hoekje en in elk steegje staat er wel iemand om iets te verkopen. Zo kwamen wij bij een man, die langs de weg, kokosnoten verkoopt vanuit zijn kruiwagen. De kokosnoot was echt heerlijk vers. Streetfood heb ik niet gehad, want mijn maag is daar nu niet tegen bestand. Ook al zag het er allemaal heel erg lekker uit, ik heb het toch niet gedaan.
Zo rondlopend door de stad zie je hoe moeilijk de mensen het hebben. En toch zie je nog steeds blije gezichten en een houding van doorgaan en wilskracht vertonen. Dat is wel wat mij aanspreekt aan de Haïtiaanse bevolking. Het land is prachtig, alleen het systeem laat hen in de steek. Weinig systeem en weinig structuur, dat is blijkbaar heel moeilijk te regelen.
Verder zijn wij nog naar een dorp geweest, wat dicht bij de stad ligt. Het dorp heet Milot. Daar was het heel gemoedelijk en rustig. Ook de straten waren schoner. We hebben daar nog met een aantal mensen gesproken. Ze waren allemaal heel vriendelijk en lief.
Mijn reis naar Haïti, na 40 jaar, was een hele mooie, maar ook emotionele reis. Ik heb veel mooie, maar ook minder mooie dingen gezien. Ik heb weer een andere kijk gekregen op het land. Toen ik hier vertrok op jonge leeftijd was het toch heel anders.
Ik heb nu bewuster afscheid genomen. Het heeft mij als persoon heel goed gedaan om weer terug te gaan. En ook meer zelfvertrouwen gegeven. Ik weet nu waar ik echt vandaan kom. Het is niet meer een gedachte, een herinnering, van 40 jaar geleden. Zoals ik me dat voorstelde.
Ik kan wel zeggen dat ik me een echte Haïtiaan voel en dat het zeker niet de laatste keer is dat ik naar Haïti ben geweest. Dit verlangt naar meer, het voelt als thuiskomen.
Haïti is mijn “Lakay”, mijn huis.
Evens Fanfan.