Sessie: Afstand-Adoptie-Autonomie
George Jean Joseph, 37, check-up (Rotterdam). Dat was mijn antwoord op de eerste vraag/opdracht van Hilbrand Westra, de bekende adoptiecoach: ‘schrijf je naam op of schrijf op hoe je wil worden genoemd, hoe oud je bent, wat wil je met deze sessie bereiken en waar je woont’ .
Met mij in de sessie 9 geadopteerden uit Haïti in de leeftijdscategorie 25-45. Ieder met zijn eigen levensverhaal, eigen relaties en rollen in het leven (ouder van, partner, alleenstaand, zelfstandige, werknemer, student) en ook eigen doelen om uit de sessie te halen. De gemeenschappelijke deler was het geadopteerd zijn uit Haïti.
Zelf kwam ik sceptisch naar de sessie: ja ik ben geadopteerd, maar ik voel me doorgaans goed, heb een leuke vaste baan, prima woning, aardig wat vrienden en familie waar ik prima mee omga. Kortom ik ga wel lekker. Waarom zou ik een psychologische sessie doen? Ik heb geen grote problemen en ben ook zeker niet van plan om me problemen aan te laten praten.
Wel beloofde ik mezelf van tevoren; ik ga er kritisch maar open-minded in dan leer ik het meest en kan ik even ‘checken’ of het psychologisch goed met me gaat.
De sessie had als thema: afstand, adoptie en autonomie. Met afstand wordt bedoeld het moment dat je vertrekt vanuit -in ons geval- Haïti, toch wel een traumatische gebeurtenis als je er goed over nadenkt. Met adoptie wordt het proces/de fase bedoeld vanaf het moment dat je in Nederland aankomt en je een weg moet vinden in Nederland en hoe je dat doet. Het proces van autonomie zou ik zelf vertalen met hoe je als persoon in de wereld (zou willen) functione(e)r(t)en. Het theoretische stuk durf en kan ik als deelnemer niet goed beschrijven omdat ik geen professional ben en je het echt zelf moet aanhoren en ervaren.
Voor mijzelf was de hele sessie van begin tot eind een ‘feest’ van herkenning (wat wellicht niet echt een feest is). De manieren waarop ik in het leven sta; hoe ik om ga met vrienden en familie; dat ik soms thuis kom en me leeg voel omdat ik teveel heb gegeven op werk of in contact met anderen. Mijn gedragingen en keuze in relaties uit het verleden, mijn keuzes in mijn relatie van nu. Veel van mijn gedragingen zijn -tot mijn eigen verbazing- te plaatsen in het theoretische kader.
Het theoretische kader dat vakkundig werd geschetst door Hilbrand Westra; niet alleen als droge lesstof maar ook met beeldmateriaal, voorbeelden en indringende vragen en een indrukwekkend gebruik van familieopstellingen met de groep (google even als je wil weten hoe dat eruit ziet).
En wat een groep! We hebben het voor elkaar gekregen om een veilige omgeving te creëren. Daarin past het niet om hier over de ervaringen van anderen te praten. Maar wat een geweldige groep. Ik voelde me thuis, een soort familie gevoel. De verhalen van anderen waren stuk voor stuk indringend, herkenbaar, waardevol en gaven stof tot nadenken. Anderen stelde vragen die ik niet durfde te stellen of waaraan ik niet had gedacht ze te stellen, het was prachtig.
Voor mij betekende het meer begrip voor waarom ik soms in een bepaalde situatie een bepaalde emotie heb, het betekent mijn eigen gedrag en (toekomstige)keuzes nog beter kunnen plaatsen. Ook het gedrag van anderen- geadopteerd of niet- naar aanleiding van mijn eigen gedrag kan ik ietsje beter begrijpen. Wellicht kan ik er zelfs over praten met de naasten waarvan ik het belangrijk vind dat ze weten hoe het werkt.
Het is natuurlijk geen wondermiddag dat ik nu de hele Matrix al heb uitgespeeld (begrijp je deze vergelijking niet, kijk de Matrix). Als man wil ik natuurlijk ook direct handvaten/ oplossingen, maar op de reis terug dacht ik eigenlijk: alleen al het kunnen begrijpen van een gevoel of emotie binnenin, waar het vandaan komt en dat het gevoel de emotie er mag ‘zijn’ en het de ruimte geven, ongeacht wat anderen daarvan vinden geeft al ietsje meer rust en biedt dus al een eerste handvat.
De check-up:
In mijn paspoort staat George Jean Joseph Schuddebeurs , geboren 16 januari 1984 in Port-au-Prince. Een paar jaar geleden kwam ik erachter dat de namen Jean Joseph en mijn verjaardag, waarvan ik dacht dat ze afkomstig waren van mijn biologische moeder danwel Haïti verpleegsters van het ziekenhuis, waren ‘verzonnen’ in het adoptieproces. Wat is er dan nog echt van mij zei ik wel eens hardop. Het heeft me veel verdriet, pijn en boosheid opgeleverd want ik droeg de namen George Jean Joseph met trots. Ik moest mezelf die namen opnieuw toe-eigenen, dat kostte onbewust best veel tijd en energie. Langzaamaan zijn het weer mijn namen en ik draag ik ze weer met trots.
Ik leef in een wereld die niet by nature de mijne is, ik sta niet op eigen grond. Diep van binnen weet ik dat en ‘dat er een verlies dat ik altijd blijf voelen. Ik doe aan bagatelliseren van dit gevoel, uit angst: ik heb geen tijd om in te storten, wie weet kom ik er nooit meer bovenop. Bovendien: mijn voorvaderen hebben wel ergere dingen meegemaakt en hebben zich als eerste kolonie bevrijd van de slavernij, die Haïtiaanse trots en power schuilt ook in mij dus wie -of wat- komt proberen mij klein te maken met zulk DNA in mijn genen?
Ik ben er aardig goed in, mee doen in Nederland. Ik heb me universitaire diploma’s, een goede baan, een leuke vriendin, goede contacten met vrienden en familie. Mijn ‘smile- and-wave masker’ is ‘on fleek’. Het contact met andere geadopteerden uit Haïti doet me erg goed, we hebben één gedeelde ervaring, wat me steun geeft. Het streven is duidelijk en niet echt origineel: onafhankelijkheid, vrijheid, liefde, vreugde, gezondheid. De sessie maakte me bewust van nog een ander streven; verlies tijdens het streven naar die andere doelen van het leven niet je eigen ‘IK’ uit het oog.